De Spaanse prinses Christina heeft op haar privérekening geld ontvangen dat afkomstig is uit een vermoedelijke miljoenenfraude. Dat blijkt uit onderzoek van de Spaanse politie, meldt het dagblad El País. Eén van de hoofdverdachten in deze fraudezaak is de echtgenoot van de prinses, Iñaki Urdangarin.

De onthullingen van El País maken onderdeel uit van de geruchtmakende Zaak Urdangarin. Via het – op papier – ideële Instituto Nóos zouden Urdangarin en zakenpartner Diego Torres zeker 9 miljoen euro aan overheidsgeld in eigen zak gestoken hebben.
Verschillende Spaanse overheden huurden Nóos in voor de organisatie van toeristische en sportieve evenementen. Dat gebeurde in de jaren 2004 – 2007. Met name de autonome regio’s Valencia en Balearen gunden de instelling grote opdrachten.

40 bankrekeningen

Nóos sloot voor de uitvoering van de overheidsopdrachten contracten met particuliere ondernemingen. Verreweg de meeste daarvan werden gegund aan een zevental bedrijven. Deze hadden een opvallende overeenkomst met Nóos: ze waren allemaal in handen van Urdangarin en/of Torres.
Via 40 verschillende bankrekeningen heeft Nóos geld overgemaakt naar deze bedrijven. Eén daarvan is Aizoon. Uit justitieel onderzoek is gebleken dat facturen zijn ingediend en betaald voor niet-bestaande activiteiten. Andere – eveneens voldane – rekeningen aan de overheden zijn enkele malen hoger dan het gebruikelijke tarief.

Onvoldoende bewijs

Als mede-eigenaresse van het bedrijf Aizoon komt de naam van prinses Christina de Bourbon in beeld. Daarnaast heeft ze een relatief klein bedrag op twee privérekeningen ontvangen. Het gaat om 12 duizend euro op haar eigen rekening en 34 duizend euro op een rekening die ze deelt met haar man.
Tot nog toe weigert de rechter de prinses – zevende in de lijn van de Spanse troonopvolging – te betrekken bij het onderzoek. Hij vindt dat er onvoldoende bewijs is voor haar betrokkenheid bij de zaakjes van haar man. Opmerkelijk genoeg wordt de rol van vrouw van Urdangarins zakenpartner Torres wél onderzocht door justitie.