Hoera, Nederland heeft al tien jaar twee spellingen!
Op 1 augustus van dit jaar is het zover: de officiële ‘groene’ en de alternatieve ‘witte’ spelling bestaan tien jaar naast elkaar. Een jubileum dat allerminst reden is voor een feest. Want de spellingschaos is compleet. Tien jaar lang klooit iedereen maar wat aan met spaties, verbindingsstreepjes, hoofdletters, trema’s en accenten.
Terug in de tijd
Op 1 augustus 2006 wordt in Nederland de Spellingswet van kracht. Die bepaalt dat de nieuwste Woordenlijst Nederlandse Taal (beter bekend als het Groene Boekje) de officiële schrijfwijze bevat. Daarmee wijzigt de Taalunie, slechts 11 jaar na de vorige ingrijpende verandering, opnieuw de spelling van een groot aantal woorden.
De witte spellers in verzet
Toonaangevende media komen in verzet. Ze lanceren met het Witte Boekje een alternatieve spelling, die ook vanaf 1 augustus 2006 beschikbaar is. Tot de initiatiefnemers behoren: Elsevier, het Genootschap Onze Taal, de NOS, NRC Handelsblad, Trouw en de Volkskrant. Ze zijn het er niet mee eens met dat de spelling van bovenaf wordt opgelegd. Bovendien zijn de nieuwe regels volgens hen onlogisch.
De gebakken peren
Anno 2016 is er sindsdien niet veel veranderd. Oké, het onlangs vernieuwde Witte Boekje heeft nu een minder polemiserende titel van het Genootschap Onze Taal gekregen: Spellingwijzer Onze Taal. En de Taalunie heeft pas een geüpdatete versie van Het Groene Boekje uitgegeven (nu met een hoofdletter h). Maar de spellingsverschillen blijven gewoon voortbestaan.
Wij, eenvoudige taalgebruikers, zitten dus al tien jaar met de gebakken peren. Al die tijd komen we in teksten verschillende schrijfwijzen van dezelfde woorden tegen. We lezen re-integratie en reïntegratie, centrum-rechts en centrumrechts, 1 aprilgrap en 1-aprilgrap, zijingang en zij-ingang, et cetera, et cetera.
1 aprilgrap of 1-aprilgrap?
Hoe verwarrend dat is, merk ik vooral als ik zelf teksten schrijf. Zonder Gekleurd Boekje weet ik vaak niet meer wat de officiële spelling is en hoe je het witte alternatief schrijft.
Een kleine test. Kun jij, zonder het Groene Boekje of de Spellingwijzer Onze Taal te raadplegen, de officiële (dus de groene) spelling in dit rijtje aanwijzen:
1. a) zij-ingang of b) zijingang
2. a) nieuwjaarsdag of b) Nieuwjaarsdag
3. a) reïntegratie of b) re-integratie
4. a) 20 eurobiljet of b) 20-eurobiljet
5. a) het appèl of b) het appel of
6. a) havoër of b) havo’er
7. a) 1-aprilgrap of b) 1 aprilgrap
8. a) pannenkoek of b) pannekoek
9. a) vut of b) VUT
10. a) centrumrechts of b) centrum-rechts
(Het alternatief is de witte spelling, de oplossingen staan onderaan)
Als je teksten voor officiële examens schrijft of bij een overheidsorgaan of onderwijsinstelling werkt, zou je het in ieder geval moeten weten. Want dan is de groene schrijfwijze wettelijk verplicht. De rest van Nederland mag kiezen of hij of zij wil afwijken van de officiële spelling, hoewel die door velen toch als norm beschouwd wordt.
Gemier over kleinigheden
Je ziet het: afgezien van pannenkoek/pannekoek zijn de verschillen tussen de witte en de groene spelling spaties, verbindingsstreepjes, hoofdletters, trema’s en accenten. Klein grut in de spelling van een taal waar hele volksstammen op het internet schrijven is gebeurt, abboneren, me fiets en u toestemming. De Nederlandse spelling is zonder gemier over kleinigheden al ingewikkeld genoeg.
Laten we toch ophouden met die twee spellingswijzen. Het gros van de Nederlandse taalgebruikers ziet het verschil toch niet. Of maalt er niet om. En geef ze eens ongelijk als gezaghebbende media al tien jaar lang de officiële spelling aan hun laars lappen.
Maak alle taalgebruikers eens blij
Op een principieel punt ben ik het eens met de witte spellers. Zij laten meerdere spelwijzen toe. Dat gebeurde ook in de spellingsregels vóór 1995. Toen waren bijvoorbeeld product en produkt goed. Het laatste woord was de voorkeurspelling, het eerste de toegelaten spelling.
Volgens mij kunnen de spellingsdeskundigen van de Taalunie op een hele simpele manier alle taalgebruikers blij maken. Gewoon, door opnieuw een toegelaten spelling in te voeren, naast de officiële schrijfwijze. Of nog gekker: door twee gelijkwaardige spellingen toe te laten.
Het Groene Boekje en de Spellingwijzer Onze Taal bevatten dan gewoon twee alternatieve spellingswijzen die ieder naar believen mag hanteren. Dat spaart alle taalgebruikers veel tijd en moeite die ze beter kunnen besteden aan belangrijker schrijfkwesties.
De oplossingen van de test:
Bij de oneven vragen is B steeds de groene spelling, bij de even nummers A.
Dus 1b, 2a, 3b, 4a, 5b, 6a, 7b, 8a, 9b, 10a.
Zoek maar na in het digitale Groene Boekje of op de alternatieve spellingsite.